Beschrijving
De vijftigjarige Annemarie van Galen schrijft een fictieve brief aan Elsje van Gorcum, die als kind omkwam in het verkeer. Toen dat gebeurde waren beiden dertien jaar. Annemarie heeft jaren getreurd om de dood van haar ‘hartsvriendinnetje’ aan wie zij geen enkele tastbare herinnering mocht bewaren.In een gedichtje schreef ze een keer:Kleine vlinderdie je vleugels dodelijk schroeide(de dag was net begonnen)fladert al in Gods ruimtenog lichter en onbehaagd,strijkt neer bij de troonen bij het glimlachend vlinderpaar.